Robbe Ponseele: Proberen onze stijgende lijn door te trekken
Na een weekje onderbreking voor de bekerfinale gaat Lindemans Aalst zondag weer aan de slag in de BeNe Conference. Op bezoek bij Nederlands kampioen Orion Stars hopen de Ajuinen hun eerste zege te boeken in de Belgisch-Nederlandse nacompetitie.
In Doetinchem staan de troepen van Frank Depestele tegenover die van Dirk Sparidans. De gewezen libero is geen onbekende voor de fans van Asse-Lennik, de voorloper van Lindemans Aalst. De nu 36-jarige Sparidans maakte samen met Robbert Andringa en Robin Overbeeke drie seizoenen (van 2023 tot 2016) deel uit van de Nederlandse delegatie die meehielp om de beker én de Supercup binnen te halen. Ook binnen de spelersgroep van Orion Stars is er een Belgische connectie. De 40-jarige Braziliaan Edson Felicissimo speelde in Liga A voor Asse-Lennik en Waremme. Tot slot is er Liam McCluskey, de 23-jarige spelverdeler die via Maaseik naar Nederland trok. De Limburger is bezig aan zijn derde seizoen in Doetichem en is geen onbekende voor de Aalsterse setter Robbe Ponseele.
Robbe: Ik ken Liam niet heel goed, maar we speelden vorig jaar enkele weken samen met de Red Dragons. Hij is net als ik een spelverdeler en we komen wel goed overeen. We speelden eind augustus een oefenwedstrijd tegen Orion, maar voor het overige ken ik het team niet zo goed.
Orion Stars, Nederlands kampioen en bekerwinnaar, eindigde tweede in de reguliere competitie, maar lijkt stilaan op toerental te komen. Afgelopen weekend plaatste het zich voor de bekerfinale door regulier kampioen Lycurgus uit te schakelen.
Robbe: De thuisploeg begon met het 3-0-verlies tegen VHL niet zo goed aan de BeNe Conference, maar nadien herpakte ze zich door Achel te kloppen. Hun prestaties zitten in stijgende lijn. We moeten echter vooral naar onszelf kijken en trachten een hoger niveau te halen. Ons spelpeil tegen Apeldoorn was al beter dan in onze openingsmatch tegen Lycurgus. De mentaliteit, het voornaamste probleem tegen Lycurgus, was beter. We moeten die stijgende lijn proberen door te trekken. We hebben twee weken voluit getraind en gebruikt om aan een aantal zaken te werken. Bijvoorbeeld aan onze opslag en het tempo met de aanvallers. Tegen Apeldoorn lieten we het in money time vaak afweten. We hebben de videobeelden geanalyseerd om te achterhalen wat er verkeerd ging. Het is niet makkelijk om de vinger erop te leggen en één oorzaak naar voren te schuiven. Het komt er nu op aan om opnieuw in ons ritme te komen en de flow van de match tegen Maaseik terug te vinden.
Je bent bezig aan je tweede seizoen bij Lindemans Aalst. Vorig seizoen was je tweede setter achter Xavier Folguera, dit jaar komt de concurrentie van Lucas Lorente. Ben je tevreden over dit seizoen?
Robbe: In de eerste helft kreeg ik vrij veel invalbeurten en ik denk wel dat ik laten zien heb wat ik waard ben. In de tweede helft krijg ik iets minder kansen, misschien ook omdat ik zelf ook wat minder presteerde. Ik blijf mijn best doen op training en hoop nog zoveel mogelijk aan spelen toe te komen. Met het team bekijken we het match per match en dan zien we wel waar we uitkomen. We moeten realistisch zijn. Zeg nooit nooit, maar het zal moeilijk zijn om VHL nog voorbij te steken en de tweede plaats te heroveren. Als het niet lukt, moeten we ons volledig focussen op de kwartfinale. Met drie matchen per week wordt dat een zware periode. We moeten zorgen dat we daar klaar voor zijn.
Je combineert volleybal op het hoogste niveau met hogere studies. Lukt dat een beetje?
Robbe: Vorig jaar studeerde ik lichamelijke opvoeding aan de VUB, maar die combinatie bleek iets te zwaar. Nu volg ik dezelfde richting aan de Vives Hogeschool in Torhout en dat voelt een stuk beter. Momenteel ben ik bezig met stages en dat is best wel druk. Zo geef ik dezer dagen trainingen bij Knack Roeselare en dat bevalt me heel goed. Ik zou het zeker zien zitten om na mijn spelerscarrière als coach aan de slag te gaan.
Tekst: Dominic Beckx.